woensdag 25 april 2012

West

Ze zeggen wel eens dat als je iets wilt vinden, alles wat je moet doen is ophouden met zoeken. Nog vaker zeggen ze: "Pas op met wat je wenst." En ik wou dat ik was blijven zoeken. Beide gezegdes bleken waar te zijn toen ik besloot eerst maar tot rust te komen voor ik mijn zoektocht naar Naomi zou voortzetten. Voor rust kreeg ik echter de gelegenheid niet, want ik stond net tot aan mijn enkels in het lauwe zeewater om mijn gezwollen voeten te koelen toen ik het zag. Drijvend in het water. Een groene vlek. Hetzelfde groen als Naomi's favoriete capuchontrui. "HELP!" gilde ik. "Er ligt iemand in het water!" Onder normale omstandigheden was er misschien wel iemand komen helpen. Zoveel vertrouwen wil ik nog wel hebben in de mensheid, maar vlak na een vliegtuigcrash was hulp teveel gevraagd. Niemand merkte mijn wanhoop zelfs maar op. Dus begon ik zelf de azuurblauwe zee in te rennen. De golven sloegen tegen mijn pijnlijke knieën en mijn tenen zakten weg in het zachte zand. Het water kwam tot aan mijn schouders toen ik het lichaam bereikte. Zonder naar het gezicht te kijken greep ik de capuchon en waadde zo snel mogelijk weer naar het strand. Pas toen ik de groene vlek veilig op het strand had afgeleverd durfde ik te kijken. Het was Naomi. Haar gezicht lijkbleek, haar lippen blauw. Haar blonde haren lagen  in natte slierten rond haar gezicht. Ik stortte me op mijn knieën in het natte zand en schudde haar ruw door elkaar, maar ze verroerde zich niet. Even wist ik niet wat ik moest doen. Mijn gezwollen vingers klampten zich wanhopig vast aan de doorweekte stof van Naomi's trui, en ik voelde iets branden achter mijn netvliezen. Ik beet op mijn lip en probeerde mezelf zover te krijgen haar pols te voelen, maar ik was te bang voor wat ik zou voelen. Of vooral voor wat ik misschien niet zou voelen. In plaats daarvan begon ik systematisch druk uit te oefenen op Naomi's borstkas, zoals ik in mijn cursus EHBO op de middelbare school had geleerd. Ik wisselde die techniek af met mond-op-mondbeademing. Als ik dat maar lang genoeg deed zou het goed komen. Dan zou ze plotseling hoesten, en een mond vol zout zeewater uitspugen. Toen ik mijn lippen op de hare drukte voelde ik hoe ijskoud haar huid was, maar dwong mezelf het te negeren. Ik weet niet hoe lang ik door ging met de EHBO-routine. Misschien vijf minuten, misschien een uur. Maar Naomi hoestte niet. Ze spuugde ook geen water uit, en haar huid bleef koud. Dit mocht niet. Dit kon niet. Naomi was niet degene die eerder doodging. Zo werkte het niet. We hadden juist meer tijd gekregen. Wij allebei. Naomi was nog lang niet klaar op deze wereld. De wereld had haar nog nodig. Ik had haar nodig. Ik proefde iets zouts op mijn bovenlip. Zeewater? Ik haalde diep adem en pakte Naomi's pols. Ik tastte haar huid af op zoek naar haar slagader. Ik was hier nooit goed in. Vaak kon ik mijn eigen polsslagader niet eens vinden. De andere manier dan maar. Ik ging iets achteruit en vleide mijn hoofd voorzichtig neer op Naomi's borst. Ik verplaatste mijn oor verschillende keren, op zoek naar het zo bekende geluid van haar hartslag, maar ik hoorde alleen maar stilte. Ik was doof. De vliegtuigcrash had mijn gehoor beschadigd. Dat was de enige mogelijke verklaring. En op dat moment, als om me te pesten, begon een vogel te zingen. Het geruis van de goven die ritmisch over het zand gleden dreunde pijnlijk in mijn hoofd en confronteerde me met de onafwendbare waarheid. "Nee..." hoorde ik mijn eigen stem fluisteren. "Nee." Mijn oogleden voelden zwaar en mijn handen voelden door en door koud. Mijn hele lichaam begon onbedaarlijk te schokken. "Nee." hoorde ik opnieuw. Het was mijn eigen stem, maar het klonk niet als mij. Het klonk onafstandelijk en onbekend. Hoog en onnatuurlijk. Ik zocht troost bij het vertrouwde lichaam van mijn zus en beste vriendin, maar haar ledematen waren stijf. Ik begroef mijn gezicht in de doorweekte stof van haar trui. Het zeewater had haar geur volledig weggespoeld. Hete tranen trokken sporen over mijn vuile wangen en mijn keel deed pijn, alsof hij dichtgeknepen werd, maar ik weigerde Naomi's lichaam lost te laten.

Vol ongeloof hing ik de telefoon op. Naomi keek me ademloos aan. "En?" vroeg ze fluisterend. Ik keek haar verbaasd aan. "Geslaagd." zei ik zachtjes. Een grote grijns brak door op het gezicht van mijn pleegzusje en beste vriendin. "Daar hoef je toch niet zo verbaasd over te zijn?" zei ze opgewekt.  "Ik had eerlijk gezegd niet anders ver-." "Cum laude." zei ik zachtjes, dwars door haar zin heen. Naomi viel even stil. Daarna sloeg ze haar slanke armen om mijn hals. "West!" gilde ze in de hoge stem die ze altijd opzette als ze blij was. "Jij onverbeterlijke supernerd!" Ze drukte een kus op mijn wang en liet me los. Er klonk haastig gestommel op de trap. Ik had mijn ouders allebei naar beneden gestuurd op het moment dat de telefoon ging. Dit moment wilde ik alleen met Naomi delen, maar nu popelden ze natuurlijk allebei om het goede nieuws te horen. "Kom maar binnen." zei ik zo neutraal mogelijk, terwijl ik naar Naomi gebaarde dat ze haar mond moest houden. Mijn moeder en vader schuifelden nerveus de kamer binnen. "En?" Ik nam de tijd om hun gezichten te bestuderen. Mijn vader had zijn wenkbrauwen samengetrokken in een ernstige frons en mijn moeder keek alsof ze ieder moment kon flauwvallen, en toen ik opzij keek begreep ik waarom. Naomi keek me aan en trok een grafgezicht. Ze legde haar hand op mijn schouder en knikte me bemoedigend toe. Ik moest mijn uiterste best doen om niet in lachen uit te barsten. "Het geeft niet, West." zei ze zogenaamd begripvol. "Zeg het nou maar gewoon. Ze zullen heus niet minder van je gaan houden." Ik knikte met dezelfde trieste uitdrukking op mijn gezicht. Mijn moeder liet zich verlamd in de oude fauteuil bij de deur zakken. "Waarom zouden we minder van je houden?" vroeg ze, en haar stem schoot de hoogte in bij het woord 'houden'. "Omdat West niet normaal is." zei Naomi met een uitgestreken gezicht. "Normale kinderen slagen namelijk niet cum laude op het gymnasium met drie extra vakken. " "Twee." corrigeerde ik. "Voor geschiedenis heb ik geen examen gedaan, dat deed ik erbij voor de lol." "Dat bedoel ik dus." zei Naomi even ernstig. Mijn moeder was in de war. "Cum... Cum laude?" vroeg ze, alsof ze nog niet helemaal durfde te beseffen wat deze uitspraak betekende. Mijn vader was iets sneller van begrip, en zijn wenkbrauwen schoten omhoog. "Ik ben geslaagd!" riep ik blij. Mijn moeder slaakte een hoog gilletje en begon toen te huilen. "Cum laude!" vulde Naomi aan. "Oh West!" snikte mijn moeder. "Je liet me schrikken jongen." Ik liep grijnzend naar haar toe om haar te omhelzen. "Goed gedaan jongen." zei mijn vader, terwijl hij me op mijn schouder sloeg. Vervolgens plukte hij een zakdoek uit zijn zak en gaf hem aan mijn moeder, maar die sloeg haar armen om me heen en trok me stevig tegen zich aan. "Ik ben zo trots op je Westie." piepte ze gesmoord. Zodra ik wat meer ruimte kreeg, draaide ik mijn hoofd om en grijnsde naar Naomi. Ze zei niets, maar haar gezicht sprak boekdelen. "Ik zet wel even thee." zei ze na een tijdje. Mijn moeder had me nog steeds vast, en toen ze langs me liep, vormde ze de woorden "Goed gedaan broertje." met haar mond.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten