zondag 8 april 2012
Van
Mijn mond was droog en zat vol met een korrelige, vieze substantie. Mijn armen en benen deden ontzettend veel pijn en het voelde alsof er helemaal geen energie meer over was in mijn lichaam. Ik lag met mijn ogen dicht, op mijn buik op de grond. Het duurde eventjes voordat de geluiden tot me doordrongen. Gegil. Een hoog gegil vanaf mijn rechterkant. Ook het geluid van motoren en rennende mensen. Mensen in paniek. Een rampsituatie. Ik besefte me dat ik op moest staan. Dat ik moest weten wat er aan de hand was. Dat ik moest helpen, wat er ook was gebeurd. Ik zette mijn handpalmen plat op de grond en duwde mijn lichaam een stukje van de grond. Ik voelde nu pas hoe zwaar mijn hoofd aanvoelde. Het voelde alsof ik knock-out was geslagen door iemand met en honkbalknuppel. Ik spuugde op de grond, om al het zand uit mijn mond te krijgen en ging met moeite op mijn knieën zitten. Geschokt keek ik naar de situatie om me heen. Overal lagen brokstukken van een vliegtuig op het strand. Het vliegtuig waar ik een paar uur geleden nog in had gezeten. Ik drukte even met mijn hand tegen mijn voorhoofd en probeerde toen rechtop te gaan staan. Wonder boven wonder was er niks ernstigers met me aan de hand dan wat pijnlijke ledematen en een flinke hoofdpijn. "Hé, jij!" Ik keek naar links en zag een jonge vrouw met zwart haar die voorovergebogen zat over een wat mollige meneer die er niet uitzag alsof hij bij bewustzijn was. Ik begon richting de vrouw en de man te lopen. "Is hij-" Ik merkte dat ik niet veel verder kwam dan dat. Mijn stem stokte in mijn keel en het drong nog steeds niet tot me door wat er gebeurd was. "Nog niet." zei de vrouw. Mijn aandacht werd getrokken door het been van de man waar een rode fontein uit leek te ontspringen. Een vlaag van misselijkheid golfde door mijn maag. "Hé!" Ik voelde een harde stomp tegen mijn knie en ik keek weer naar de vrouw. "Je riem. Geef me je riem." Ik begreep eerst niet echt wat ze van me wilde. "Je riem! Nu!" zei ze met een dwingende toon. Ik begon snel de riem van mijn broek los te maken en gaf het aan haar. "Druk de wond dicht." Mijn ogen werden weer getrokken naar het bloedende been. "Doe het!" Ik ging snel op mijn knieën zitten, naast de man en stak na een moment van aarzeling mijn handen uit naar het been en begon de wond dicht te drukken. De vrouw begon mijn riem om het been van de man te binden. Het bloeden stopte langzaam. "Meer kan ik nu niet doen." zei de vrouw en ze was weer weg voor ik het door had. Verward liet ik het been weer los en keek ik naar mijn bebloede handen. Wat was er in hemelsnaam gebeurd?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten