zaterdag 14 april 2012
Dwight
De situatie begon iets rustiger te worden op het strand. De motor van het vliegtuig was inmiddels uitgevallen en de meeste brandjes waren gedoofd. De gewonden waren verzorgd en de meeste overlevenden liepen nu rond op zoek naar hun koffers, of hielpen met het verzorgen van een gewonde geliefden. Ook zaten een aantal nog steeds te huilen of keken gewoon gewoon in shock voor zich uit. Persoonlijk vond ik dat ook de meest aantrekkelijke optie, maar dat leek me geen goed idee. Ik moest sterk blijven voor degenen die hulp nodig hadden. Ikzelf had bij de crash geen dierbaren verloren, en ik was ook nagenoeg ongedeerd, dus ik moest er kunnen zijn voor de mensen die er minder gelukkig vanaf waren gekomen. Na een rondje over het strand om te zien of ik iemand kon helpen kwam ik weer terug bij het wrak, waar de meeste mensen nog stonden, zaten of lagen. "Steve! Hoeveel flessen water heb je tot nu toe?" galmde een diepe basstem. Ik keek naar de plek waar de stem vandaan kwam. "Ehm... 27." mompelde een slungelige jongeman met een bril waarvan één glas gebarsten was. "Mooi. Natalee heeft daar in de schaduw een kuil gegraven. Leg ze daar maar in." zei de basstem. De eigenaar was een man van een begin 30 met een donkerblonde kuif en en een fikse kin vol stoppels. Hij was niet erg lang, maar leek een beetje op alles en iedereen neer te kijken. Ik fronsde en liep naar hem toe. "Ehm... Mag ik vragen wat je met al dat water van plan bent?" De man keek me schattend aan, en grijnsde toen spottend. "Inventariseren natuurlijk. Was je bang dat ik het allemaal zelf zou opdrinken?" Ik haalde mijn schouders op. "Ik vroeg het me gewoon af." "Iemand moet het doen." zei de blonde man. "Als we het gewoon laten liggen zullen de hebberigste mensen alles opdrinken, en hebben niks. Bovendien zijn we dan binnen 8 uur door al het water heen, en ik weet niet hoe lang we hier te slijten hebben voor de hulpploegen komen, maar ik zit het liever uit zonder uit te drogen, wat jij?" Ik gunde de man een half knikje. Hij had wel een punt. De man hier zijn kin nog iets hoger op en keek me aan langs zijn brede, rechte neus. "Wat is je naam?" Ik aarzelde even. "Dwight." zei ik toen. "Dwight Merchant." De blonde man stak een grote, verweerde hand uit. "Craig Lawson." Ik nam de hand aan en kreeg een ferme handdruk. "Maak je maar geen zorgen, Dwight. Ik zorg ervoor dat het water eerlijk verdeeld wordt. Hetzelfde moet eigenlijk ook gedaan worden met het eten. Heb je iets te doen, Dwight?" Dat was een beetje een rare vraag. Ik zat op een onbewoond eiland na een vliegtuigcrash. Wat zou ik in hemelsnaam te doen kunnen hebben. Craig vatte mijn zwijgen op als ontkenning, dus vervolgde hij zakelijk. "Mooi. We kunnen best een extra paar sterke mannenhanden gebruiken. Als jij nou door de bagage scant op zoek naar eten? Ik heb Natalee de opdracht gegeven een manier te bedenken het eten op te slaan om het zo lang mogelijk houdbaar te houden. Ik verwacht een effectieve oplossing, het is een vindingrijke vrouw." Ik keek onwillekeurig naar mijn handen. Ze waren zacht en fijngevormd. Het zwaarste wat ze ooit te verduren hadden gehad was een papercut van een slechtgemaakt literatuur-examen. Sterke mannenhanden. Juist. "Hoe dan ook. Breng alles wat je vindt maar hierheen, dan zorg ik dat het goed terecht komt." Ik trok een wenkbrauw op. "Wil je dat ik de bagage van slachtoffers ga doorzoeken op zoek naar eten?" Craig knikte kort. "Dat is precies wat ik wil. Maak je niet druk, het zal er misschien niet zo goed uitzien, na een tijdje zullen ze je dankbaar zijn." Ik knikte langzaam. Het idee om voedsel uit de bagage van dode mensen te ontvreemden stond me nog steeds niet aan, maar Craig had waarschijnlijk wel gelijk. In dit soort situaties was een leider vaak nodig, en Craig leek die taak maar al te graag op zich te nemen. Nouja... Hij liever dan ik. Ik zuchtte eventjes en besloot hem toen maar gewoon te gehoorzamen. Ik liep op de eerste de beste koffer af en trok de ritssluiting open. Het eerste wat ik zag was een vuurrood, met kant aangezet damesslipje. Ik slikte even. Iedere vreemdeling zou met één blik kunnen zien dat dit niet mijn koffer was. Ik begon tussen de kleurrijke kledingstukken te zoeken naar eten en hoopte vurig dat niemand me op zou merken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten