vrijdag 2 mei 2014

Joslin

"Het kan me niet schelen dat je graag wilt beginnen met een kringgesprek, hij heeft nog steeds hulp nodig." zei ik koppig tegen Craig terwijl ik een wit t-shirt natmaakte en voorzichtig op het hoofd van de nog steeds bewusteloze jongen legde. Ik had hem op zijn zij gelegd, zodat hij zoveel mogelijk warmte kwijt kon raken, maar zijn huid was nog steeds warm en droog. "Toch moeten we afspraken maken. Met iedereen." Craig torende boven me uit en had zijn armen over elkaar geslagen. Ik keek nog even naar de jongen op de grond en stond toen ook op. "Luister. Ik vind het prima om afspraken te maken. Dat vind ik zelfs een heel erg goed idee. Maar deze jongen heeft mijn hulp nodig. Ik kan hier niet weg, want deze jongen heeft een hitteberoerte. Hij moet constant gekoeld worden. Normaal gesproken zou in dit soort situaties meteen een ambulance gebeld moeten worden. In het ziekenhuis zou er onmiddellijk een infuus geprikt worden, omdat hij duidelijk uitgedroogd is. Die luxe hebben we hier niet. Hij heeft continu aandacht nodig, dus nee. Ik ga hier niet weg. Hij is mijn patiënt en hij heeft hulp nodig. Als je zo graag wilt dat ik mee doe met je kringspelletjes, verplaats je de groep maar hiernaartoe. Want ik ga nergens heen." Toen ik klaar was met mijn betoog, ging ik weer op mijn knieën naast de jongen zitten. Ik pakte een flesje water en bevochtigde zijn lippen. Ik zat nu met mijn rug naar Craig toe. Ik hoorde hem zachtjes mompelen. "Goed. We komen wel hiernaartoe. Maar ik verwacht dat je er bent, samen met die twee kinderen!" zei hij knorrig, voordat hij weer weg marcheerde. "Ik ga nergens heen!" riep ik hem na. Ik fronste mijn wenkbrauwen en beet op mijn lip. Hij had eigenlijk al bijgekomen moeten zijn. Op deze manier kon ik hem moeilijk helpen. Hij moest drinken, maar dat kon ik hem niet geven als hij bewusteloos was. "Joslin, we hebben vers water." hoorde ik Van van achter me zeggen. Samen met Alexis worstelde hij zich richting de schaduw. Ze hadden samen een grote, plastic koffer vast die gevuld was met zeewater. Het zag er zwaar uit. Ze zetten de koffer naast me neer. "Is er al iets veranderd?" vroeg Alexis, terwijl ze zich naast mij op haar knieën liet vallen. Ik schudde mijn hoofd. "Nee, hij is nog steeds niet bijgekomen." zei ik lichtelijk bezorgd. Ik haalde de doeken onder zijn oksels vandaan en doopte ze in de koffer met water, om ze daarna nat weer terug te stoppen. Van was aan de andere kant van de jongen gaan zitten. "Is er iets wat we kunnen doen?" zei hij bezorgd. Ik nam even de tijd om naar hem en Alexis te kijken. Ze zagen er uitgeput uit. Ik had vannacht gezegd dat ze gewoon moesten gaan slapen, maar toch waren ze allebei bij me gebleven om te helpen. Dat had er dus voor gezorgd dat we alle drie geen slaap hadden gehad vandaag. Ik schudde mijn hoofd. "Zijn temperatuur moet dalen. Daar kunnen we verder niet veel aan veranderen." zei ik met een zucht. Langzaamaan kwamen er allerlei mensen onze kant op gelopen. "Is het bezoekuur?" merkte Van op. "Craig vind dat we nog een keer een voorstelrondje moeten doen en afspraken moeten maken." zei ik, terwijl ik tevergeefs water in de mond van de uitgedroogde jongen probeerde te druppelen. "Word nou wakker, dan kan ik meer voor je doen." zei ik zachtjes.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten